In 2013 heb ik de overstap gemaakt naar een veganistische levenswijze nadat ik drie maanden als ovo-lacto vegetariër had ‘geleefd’. Daarvoor was ik een echte alleseter. Ik at, nee ‘vrat’ letterlijk alles. Voornamelijk vanwege de sport die ik al ruim 28 jaar beoefen, namelijk bodybuilding. Ik had al vaker de behoefte om te stoppen met allerlei dierlijke producten, maar ik liet mij steeds ontmoedigen. Iedereen in de sportschool zei dat ik wel vlees, vis, kip en dergelijke moest blijven eten. Dit om de spiermassa, waar ik al jaren voor gewerkt had, vast te houden. Omdat ik puur natuur trainde, en nog steeds train, moest ik gigantische hoeveelheden biefstukken en omeletten naar binnen werken. En dat deed ik dan ook, maar toch zei iets in mij dat het niet juist was.

Regelmatig reed ik langs diverse zuivelbedrijven bij mij in de buurt, maar de koeien zag je nooit buiten. Wel waren de loodsen te zien waarin ze stonden. Een windwijzer op het dak van de loodsen was het enige wat moest aangeven dat het om een ‘koeienbedrijf’ ging. Dat de windwijzer in de vorm van een loslopende blije koe was, was voor mij al een teken dat de realiteit heel anders was. De zeldzame keren dat de deuren openstonden zag je zo’n 80 koeien naast mekaar staan in metalen rekken. Desondanks wordt deze onderneming gezien als een kleinschalig boerenbedrijf. Soms zag ik buiten het hek een soort van groene afscherming waaronder de poten te zien waren van een koe die haar leven was kwijtgeraakt. Een destructiebedrijf kwam het dier dan dezelfde dag (meestal zo vroeg mogelijk) ophalen.

Zo is het ook met veganisme, het is een win-win situatie voor de dieren en voor jezelf

Op mijn verjaardag in 2013 keek ik naar de documentaire ‘Glass walls‘ van Paul Mc Cartney en dat heeft mijn leven veranderd. In de documentaire is te zien hoe het er achter de schermen van de vee-industrie aan toe gaat. Ik wilde vanaf dat moment niet meer meewerken aan deze praktijken en besprak met mijn vriendin het idee om veganist te worden. Ze begreep mijn standpunt en we hebben allebei gekeken wat ik dan voor de sport zou moeten eten. Maar ongeacht of ik aan mijn voedingsstoffen, of calorieën zou komen, mijn besluit stond vast. Nu ben ik dus al bijna twee jaar veganist en ik heb er geen moment aan getwijfeld dat mijn keuze de juiste is. Ook eet ik allerlei dingen die ik daarvoor weinig tot nooit at, zoals: noten, zaden, peulvruchten, bonen, rauwe groenten en fruit. Mijn vriendin en ik maken de lekkerste gerechten, die uiteraard 100% plantaardig zijn. Daarnaast gebruiken we ook geen bij-producten meer zoals leer, zijde, wol en honing.

Wat de sport betreft ben ik veel energieker en heb ik inmiddels 22 kilo aan lichaamsvet verloren. Ik spring als het ware om 05.30 uur lachend mijn bed uit en voel me een bonk energie. Hoewel ik veganist ben omwille van de dieren, zie ik deze extra energie als een mooie bijkomstigheid. Tevens heb ik ook meer rust en innerlijke vrede met mijzelf, doordat ik weet dat ik niet meer bijdraag aan de uitbuiting van dieren voor voedsel, kledij, ‘gemak’ en entertainment. Met circussen en dierenparken heb ik nooit wat gehad, omdat ik altijd al vond dat dieren in hun eigenlijke habitat moeten leven.

We hebben drie honden, twee mopshonden en een Engelse buldog. De eigenaar van de Engelse buldog wilde er niet meer voor zorgen omdat het een probleemhond was. Ze wilde het dier laten inslapen, maar daar hebben we een stokje voor gestoken. Ze is nu bijna 1 jaar hier en je hebt er geen kind (hond) aan. Zodoende hebben we haar gered en dat geeft zo’n goed gevoel. Zo is het ook met veganisme, het is een win-win situatie voor de dieren en voor jezelf.

Alexander Cauwels