Gelukkig dronken we thuis geen melk. Mijn ouders zijn geboren in Indonesië en daar stond er ook nooit een fles melk op de ontbijttafel, maar bij mij op de kleuterschool in Nederland was het helaas verplichte kost. Ik griezelde al, als ik de rammelende kratjes met miniflesjes melk hoorde arriveren. Die werden dan doodleuk naast de brandende kachel in het lokaal gezet, totdat de juf zei dat het tijd was om melk te drinken. Ik heb dat steevast geweigerd. Ik kreeg melk gewoon niet door mijn keel.

Bij ons thuis werd er wel altijd veel vlees gegeten. Niet in de gebruikelijke Hollandse formule van ‘aardappels met jus, appelmoes, gekookte sperzieboontjes en een karbonaadje’, maar als de geurigste en kleurigste Indonesische rijsttafel die je je maar kunt bedenken. Er werd altijd gekokkereld en er kon altijd iemand mee-eten. Maar ik, kleine dwarsligger, kreeg dat vlees niet door mijn keel. Ook al was het verwerkt in een dampend broodje bapao, een kruidige kipsaté of een pittige rendang. Ik zag altijd het dier nog levendig voor me. Dartelend in de wei. Dus toen ik uiteindelijk op mijn achttiende het huis uit ging, besloot ik om voortaan als vegetariër door het leven te gaan. Uit respect voor de dieren. En niet uit een soort modetrend. Mijn beide kinderen heb ik ook vegetarisch grootgebracht en voor hen is het een vanzelfsprekendheid dat ze, nu ze volwassen zijn, nog steeds vegetariër zijn en ook hun kinderen zo opvoeden.

Inmiddels is het veertig jaar geleden dat ik besloot om vegetariër te worden en ben ik gaan zoeken naar een ander eetpatroon, omdat ik begon te verzwaren. En al zoekende heb ik verschillende wegen bewandeld. Via de Ayurvedische keuken en de vegetarische variant van Paleo, die mij beiden nog meer deden verzwaren, werd ik door mijn jongste dochter geinspireerd om ‘raw vegan’ te worden. En vanaf dat moment heb ik me verdiept in het veganisme en ging er een hele nieuwe wereld voor me open. Ik vergaarde meer kennis door bijvoorbeeld het boek ‘The China Study’ van T. Colin Campbell PHD te lezen. Echt waar, als je dat leest, vraag je jezelf af: waarom ben ik niet eerder veganist geworden? In zeer grondige wetenschappelijke onderzoeken wordt heel duidelijk het verband gelegd tussen de consumptie van dierlijke proteïnen, die dus ook in melk zitten, en het aanmoedigen van welvaartsziekten zoals hart- en vaatziekten, obesitas, kanker, nierstenen en auto-immune ziekten. Geen enkele wetenschappelijk onderzoeker zal zeggen dat iets voor 100% bewezen is, omdat er altijd factoren in het spel zijn die dat onderzoek op een bepaald vlak kunnen weerleggen. Wel kan wetenschappelijk onderzoek iets aan het licht brengen dat significant waarschijnlijk is. En ja, dan kun je natuurlijk voor jezelf beslissen wat je daarmee doet.

Enfin, sinds 5 maanden hanteer ik nu een ‘low fat raw vegan’ levensstijl. Met de nadruk op low fat, zonder toevoeging van extra vetten dus. Nu al, na slechts 5 maanden onbeperkt heerlijk rijp fruit en knapperig rauwe groente eten in allerlei smakelijke combinaties tijd ben ik zoooo energiek, sprankelend en sterk geworden! Mijn haar is dikker en krullerig geworden, mijn huid is stralend, mijn ogen zijn helder, ik heb nergens pijn, mijn reukvermogen is scherper en… ik pas weer spijkerbroeken in maatje 28.

Kortom, de stap van vegetariër naar veganist is eigenlijk niet zo groot. Alleen de tijd die je er voor nodig hebt kan best wel eens lang zijn. Maar ik weet zeker: voor mij noooooit meer zuivel! Ik voel me nu veel te goed.

Constance Hanssens

Gent, België